De verwoestende Allerheiligenvloed van 1170 sloeg Texel los van het vaste land. In de 17de eeuw wisten de bewoners hun eiland te verbinden aan het Eijerland, ooit onderdeel van Vlieland, maar in de 13de eeuw losgeslagen. Met zandvasthoudende planten, verbreedden de Tesselaars het strand en de duinen, tot een zanddijk naar het Eijerland kon worden aangelegd en de twee eilanden één werden. Achter de dijk polderden de bewoners land in. De polders Waal en Burg waren begin 17de eeuw het eerste land dat definitief op de zee werd veroverd. In de 19de volgden De Eendracht, de Prins Hendrikpolder en Het Noorden. Daarmee had Texel in grote lijnen zijn huidige vorm, al blijft de dynamiek van De Wadden die continu veranderen.