Ontmoet de bewoners van het Wad
Categorieën
Zeehonden zijn niet te missen in het Waddengebied. Van Groningen tot Texel delen ze de zee met iedereen die hier komt. Wil je zeehonden spotten, doe dat dan met rust en respect. In dit artikel lees je waar je ze kunt zien én hoe je dat op een verantwoorde manier doet, zonder hun leefgebied te verstoren.
Gasten in hun wereld
In het Waddengebied ben je altijd te gast. De zeehond hoort hier thuis; wij lopen er te gast doorheen. Afstand houden is daarom vanzelfsprekend. Wat voor ons een foto oplevert, kan voor hen onrust betekenen. Wie het Wad bezoekt, kijkt met aandacht. Je bent niet op bezoek in een dierentuin, maar in een levend landschap. De zeehonden laten zich zien als de omstandigheden het toelaten. Hun wereld draait niet om ons; en juist dát maakt het bijzonder. Wanneer mensen te dicht bij een pup komen, brengt dat risico’s met zich mee. Alleen al afgelopen jaar ving (destijds) het Zeehondencentrum Pieterburen tientallen jongen op die hun moeder kwijt waren.
Twee soorten
In de Waddenzee leven twee soorten: de gewone zeehond en de grijze zeehond.
De gewone zeehond komt het meeste voor. Hij jaagt in ondiep water op platvis, haring en garnalen. In de zomer zie je hem vaak rusten op zandbanken of kwelders, met de kop omhoog en de vinnen in de lucht om af te koelen. Op het land beweegt hij wat onbeholpen, maar in zee is hij razendsnel — met zijn gestroomlijnde lijf haalt hij tot wel 35 kilometer per uur. Gewone zeehonden leven in kleine groepen, maar zoeken elkaar vooral op om te rusten en te zonnen.
De grijze zeehond is groter, steviger en minder schuw. De mannetjes kunnen ruim twee meter lang worden en tot driehonderd kilo wegen. Ze hebben een kegelvormige kop en een krachtig gebit waarmee ze jagen op vis, soms zelfs op kleine zeehonden. In de winter, vaak midden in storm en kou, worden de pups geboren op stille zandplaten en droge ruggen in de Waddenzee. Hun witte vacht beschermt ze in de eerste weken, tot ze sterk genoeg zijn om te zwemmen. Grijze zeehonden trekken soms grote afstanden: van de Waddenzee tot aan de Engelse kust en weer terug.
Waar kun je ze zien?
Wie zeehonden wil zien, heeft wel wat geduld nodig. Ze kiezen zelf waar en wanneer ze verschijnen. Soms is een ontmoeting toevallig. Aan dek van de veerboot naar een van de eilanden kijkt ineens iedereen dezelfde kant op. Een kop breekt het wateroppervlak, een donkere rug beweegt mee met de golven — en verdwijnt weer. Meer is er niet nodig. Er zijn plekken waar de kans om ze te spotten groot is, zonder dat je ze stoort. Helemaal in het oosten van Groningen, bij de Punt van Reide, bij een uitzichtpunt op de zeedijk bij Termunten. Van het voorjaar tot het najaar staat daar een zeehondenkijkwand. Vanachter die wand zie je ze liggen op de platen: soms één, soms tientallen.
Meer weten over hun leefgebied? Bezoek Werelderfgoedcentrum in Lauwersoog of Ecomare op Texel. Daar worden verzwakte of verweesde dieren verzorgd tot ze weer terug kunnen naar zee. Je ziet er hoe nauw het leven hier verbonden is met het ritme van de natuur.
Geef zeehonden de ruimte
Wie een zeehond ziet, geeft ruimte. Zie je een zeehond, blijf dan op afstand. Want als we de dieren hier rust en ruimte geven, dan blijft het leven in het Waddengebied in evenwicht. Dat geldt voor de zeehonden, maar net zo goed voor vogels die bij eb eten komen zoeken én vissen die de geulen van het Wad volgen. Het evenwicht is kwetsbaar en tegelijk krachtig. Door afstand te houden en met respect te kijken, draag je bij aan dat natuurlijke ritme. Zo blijft het Wad een plek waar stilte iets betekent, waar mens en natuur naast elkaar kunnen bestaan. Een korte blik op een zeehond is genoeg om te begrijpen waarom dit gebied Werelderfgoed is.