Vierdubbeldoelschaap

Categorieën

Texel is een schapeneiland. Er zijn geschriften uit 1477 waaruit blijkt dat er toen al veel schapen waren op het eiland. Tot 1860 waren dit voornamelijk zogenaamde Pijlstaarten. Na 1960 is er vooral gefokt tot het schapenras “de Tesselaar”. Texelaar wordt gehouden voor vier doelen: wol, vlees, melk en het landschap. De trots van Texel begraast de dijken, polder en natuurgebieden én de tuunwallen. Het schapenras is daarmee onmisbaar voor het landschapsonderhoud. En dan is het ook nog eens een publiekstrekker voor bezoekers. Ooit waren de schapenkaasjes en de wol de belangrijkste exportproducten van Texel. De Texelse schapenkaas was al in de middeleeuwen beroemd. Een traditioneel product, al meer dan 500 jaar wordt het gemaakt. Innovatief en authentiek, seizoen, duurzaam landschapsproduct. 

Vereniging Schapeneiland Texel

Het schapenaantal is zo goed als gelijk aan het inwoneraantal: circa 14.000. De Vereniging Schapen Eiland Texel is opgericht om ervoor te zorgen dat het schaap in het weiland te zien blijft. De leden houden zich aan de uitgangspunten die vanuit de schapenhouders (en sluiten aan bij Waddengoud en Echt Texels Product) zijn gedefinieerd. Ze werken alleen met Texelaars van geboorte, de lammeren gaan zo snel mogelijk naar buiten en blijven 100 dagen bij de moeder in de weide. De lammeren groeien op bij de moeder en worden minimaal 100 dagen oud en worden na gemiddeld 10-12 weken gespeend. Daarbij zijn de lammeren zijn voor minimaal 50% van het Texelse ras. Texel en het Texels schaap (‘de Texelaar’) horen bij elkaar. Schapen en lammetjes zijn al eeuwen bepalend voor het landschap van het Waddeneiland. En wie wordt er niet blij van huppelende lammetjes in de wei in het voorjaar. Dankzij een goed leven in de wei is het lam gezond.

Ontdek meer

Kleurrijke kontjes

Niet allemaal tegelijk worden de schapen door de ram gedekt. De ram geeft met zijn voorgebonden kleurenstempel, dektuig, aan bij het schaap wanneer de ontmoeting is geweest, bij het dekken geeft de kleur af op de achterste van het schaap. De schapenhouder kan op deze wijze de lammerij, die zo rond de 147 dagen na de dekking plaatsvindt doseren.

Wolvee

Overigens kwam lamsvlees pas laat op het menu op Texel. Schapen werden gehouden voor de wol en de kaas. Wolvee at je niet. Tegenwoordig is het een geliefd Streekproduct. Dat leidt er helaas soms ook toe dat lamvlees ‘van de overkant’ (eilands voor vaste wal) als Texels lamsvlees over de toonbank gaat. Maar met een echt stukje lamsvlees of schapenkaas, help je het Texelse landschap met zijn schapen behouden. De aangesloten bedrijven van Waddengoud en Echt Texels Product serveren of verkopen Texels lam. Bij de winkels op locatie, bij de boer vind je natuurlijk ook het Texels lamsvlees.

Texelse schapenkaas en Texelse groene

Er zijn twee kaasmakers op Texel die schapenkaas maken. De kudde van de Waddel bestaat voornamelijk uit Texelaars. Een klein deel is afkomstig uit kruising met het Friese melkschaap. Nadat de lammeren de eerste tien tot twaalf weken bij de moeders gezoogd hebben, worden de schapen gemolken. Van de melk maken ze op het bedrijf volgens een traditioneel recept rauwmelkse schapenkaas, met zijn eigen karakteristieke smaak. Is tussen half mei en half oktober verkrijgbaar aan de boerderij. De smaak is bijzonder, het grazen op het oude grasland, zilte wind en de biodiversiteit in het grasland geven de smaak. En de kaasbereiding en rijping doen de rest. De Waddel maakt ongeveer 2500 kilogram schapenkaas per jaar.

Al sinds de zestiende eeuw is de Texelse schapenkaas bekend en beroemd vanwege zijn delicate smaak. Er werd zowel witte als groene kaas gemaakt. Van de melk in het naseizoen maakte men wel groene potkaas (smeerkaas). Groen vanwege het mestsap dat men via een neteldoek in de melk liet lopen. Het ‘groen’ is in het begin van de twintigste eeuw bij de wet verboden. Er zijn momenteel weer initiatieven om op een nieuwe en toegestane wijze deze bijzondere en kaas te ontwikkelen. Nieuw, nu nog traditioneler! “Toch is het wel eens jammer dat ik nooit wat nieuws over de kaas kan vertellen”, zegt Anton Witte. “Hoe houd je iets dat juist niet verandert onder de aandacht?” Het probleem van velen. Vernieuwing versus traditioneel. Het product is niet vernieuwend, ambachtelijke traditionele producten dreigen hierdoor saai te worden. Kop van artikel in de kaasmaker, door Annette van Ruitenburg. Al eeuwenlang een veel geproduceerd product, geroemd in binnen- en buitenland. De kaasproductie werd zomaar minder vanaf 1850, de verkoop van lamsvlees leverden meer op en na de Tweede Wereld oorlog verdwenen bijna alle kaasmakers. Door de aanleg van de dijk tussen het oude Land van Texel en het eiland Eierland werd er veel meer land bruikbaar voor het houden van schapen. De polders die aangelegd werden in de achttiende en negentiende eeuw zorgde voor een betere waterhuishouding op Texel. Zo kon weer “Oeral” schapen grazen op de Texelse weilanden en zout minnende kweldergronden.

Slow Food

De Texelse schapenkaas van de Waddel en de Wezenspyk is opgenomen in de Ark van de Smaak. Een lijst van waardevolle ambachtelijke producten. Met de Ark van de Smaak streeft Slow Food naar behoud en erkenning van traditionele, ambachtelijke streekproducten.

Tuunwallen

Het Texels schaap is deel van het Texelse landschap, met zijn kenmerkende tuunwallen. Deze ontstonden in de zestiende eeuw toen de gemeenschappelijke weide op de Berg geleidelijk over de boeren werd verdeeld. De boeren grensden hun weidegrond af met opeengestapelde graszoden. De tuunwallen worden door de schapen afgegraasd, daardoor wordt het gras daar niet te lang, de grond verschraald, plantensoorten die op arme grond gedijen krijgen daardoor de ruimte zich te ontwikkelen. Op de tuunwallen groeien weer planten die tegen droogte kunnen, bijvoorbeeld Engels gras en het grasklokje. Tuunwallen geven de schapen de noodzakelijke luwte om zich te beschermen tegen de soms harde zeewind. Tuunwallen en schapen horen bij elkaar.

Schapenboeten

Net zo kenmerkend als de tuunwallen, zijn de Texelse schapenboeten. Deze ‘halve’ schuren zie je kris kras in het landschap. Vroeger werden ze gebruikt voor de opslag van hooi. Ze liggen altijd met hun ‘kont’ naar het zuidwesten, de richting waaruit de wind het vaakst komt. Zo konden de boeren uit de wind werken. Omdat veel boeren verspreid over het eiland land hadden, weidden zij hun schapen niet altijd in de directe omgeving van hun boerderij. Dan was zo’n opslagplek op het land handig.

Met de ruilverkavelingen en de schaalvergroting in de landbouw, verloren veel schapenboeten hun functie. Daarmee dreigden ze uit het landschap te verdwijnen. Van de ruim 200 boeten die het eiland ooit telde, zijn er nu nog zo’n 70 over. Een aantal daarvan is een aantal jaar geleden gerestaureerd met behulp van het Waddenfonds. Nog maar een enkele schapenboet wordt gebruikt voor hooiopslag. De meeste kregen een nieuwe functie, als trouwlocatie bijvoorbeeld of als ‘kunstboet’. Daarmee zijn ze wel behouden voor het landschap.

Stolpboerderij

Stolpboerderijen komen in heel Noord-Holland voor. Het is een vierkante boerderij met een piramidevormig dak. In de authentieke stolpboerderij van het museum Waelstee is te zien hoe agrariërs rond 1900 leefden. De koestal, het keukentje, het achterhuis en de woonkamer met bedsteden bevonden zich in deze kleine ruimte. Onder het dak bewaarde men het hooi. Aan een kant werd de ingang verhoogd waardoor de hooiwagen naar binnen kon rijden.

Met je keuze voor Echt Texels bepaal je het landschap

Als je voor écht Texels lamsvlees, schapenkaas of wol kiest, kies je automatisch voor de instandhouding van dit zo aantrekkelijke landschap. En wat mooi is, is belangrijk om te koesteren. Vereniging Schapeneiland Texel zorgt er, samen met de schapenhouders voor het eiland én de schapen te behouden. De vereniging is opgericht met steun van de gemeente, schapenhouders die voldoen aan de criteria zijn lid van deze vereniging.

Pré salé

In een Frans-Nederlands woordenboek lees je de betekenis van pré salé: Pré betekent weide en een pré salé is een weide, die overspoeld wordt door zout water. Zulke gebieden worden schorren of kwelders genoemd. Op die zoute weiden groeien zoutminnende planten en die planten worden gegeten door vee dat erop loopt. De zout minnende planten zijn anders van samenstelling en smaken anders dan de hoogproductieve grassen, die de veehouderij in de moderne weiden gebruikt. Het vlees van het vee dat op de pré salé graast heeft dan ook een andere smaak en werd en wordt in de Franse keuken zeer gewaardeerd. Mouton de pré salé (schapen die op de schorren weiden) en l’agneau de pré salé (lammeren van de schorren) brachten meer geld op op de Parijse markt. Van oudsher werden Texelse schapen op de Franse markt gewaardeerd als mouton resp. l’agneau de pré salé.Met zout in de planten of in de dieren heeft het niets te maken. Planten en dieren scheiden het overtollige zout uit. Als het om het zout zou gaan kun je het vlees of het voer toch van zout voorzien!Pré salé als voor-gezouten vertalen heeft alleen te maken met slechte talenkennis en het te hooi en te gras gebruik ervan door de commercie is foutief.Er zijn gebieden die door klimaatverandering verzilten en het vlees van de erop grazende dieren zou meer vitamine E bevatten. Het vlees blijft dan langer mooi van kleur en zou ook gezonder en smakelijker zijn.

Annette van Ruitenburg: De Smaak van Texel en over zilte planten het boek ZILT

Kop tot kont

De tuunwallen en schapenboeten staan voor een mooi Texels streekproduct. Als de lammeren ten minste honderd dagen op de wei hebben doorgebracht, en ook zelf gras hebben gegeten, worden ze op het eiland geslacht. Geen lange reis dus vol stress. De complete lokale keten is aanwezig op Texel zelf. Chefs worden uitgedaagd ook het hele lam te gebruiken. Dat levert mooie streekproducten op, die bij diverse boerderijwinkels te krijgen zijn. De wol wordt gebruikt voor onder meer keukentextiel als pannenlappen, maar vooral voor inmiddels bekende Texeler dekbedden. Van het wolvet worden huidverzorgingsproducten gemaakt. En van de lamsvellen worden kleden gemaakt.  Er gaat kortom niets verloren. Veel duurzamer kun je het daarmee niet krijgen.

Schapenboter - Recept uit 1842 bron Texelse erfgoedmuseum Waelstee

De schapen werden tweemaal daags gemolken. De avondmelk werd in de kleder gezet, de volgende morgen afgeroomd en met de verse ochtendmelk in een kaas tobbe van 10 liter gedaan. Dan werden er enkele verse schapenkeutels in een linnen zakje gedaan, omgespoeld in schoon water, gezeefd en dit werd door de melk geroerd samen met half theekopje stremsel en een beetje warm water. De kaashoop werd gekneed, gesneden en aangedrukt. Vervolgens werden de houten kaaskoppen gevuld en afgedekt. Later werden ze eruit gehaald en in linnen doeken in het kaasvaatje gedaan. Zo werd de laatste wei eruit geperst. Daarna werd de kaas gemerkt met het Texelse schapenkaasmerk en gingen ze in een houten zoutkist. Gedurende tien dagen werden de kaasjes dagelijks gekeerd en gezouten. Daarna werd de kaas met schoon water afgespoeld en waren ze klaar om verder te rijpen. De witte schapenkaas werd op dezelfde manier gemaakt alleen zonder de schapenkeutels.

Schapenboter werd gemaakt voor eigen gebruik. Door het te centrifugeren werd de room gescheiden van de melk en werd er boter van gekarnd. Wat overblijft is dan karnemelk en boter. Van 16 liter schapenmelk met ongeveer 6.30% vet karnt men 1 kg boter.

Meer Landbouw & Visserij? - Ontdek ook deze verhalen

Mis niets!

Ontvang het laatste nieuws, de mooiste verhalen en de leukste routes van VisitWadden.