Het planetarium van Eise Eisinga
Categorieën
Planetarium
Eise had als kind al belangstelling voor wiskunde en astronomie. Maar als zoon van een wolkammer zat studeren er niet in, en werkte hij in het bedrijf van zijn vader. Toch was hij vanuit zijn toenmalige woonplaats Dronrijp regelmatig naar Franeker gelopen. Daar waren boekhandels, uitgeverijen en bovendien, na Leiden, de tweede universiteit van Nederland. Er werden ook openbare lessen gegeven, waar Eise gretig gebruik van maakte. Hij zal ook heel wat avonden naar de sterrenhemel hebben getuurd, in een tijd dat het nog echt donker was.
Zo kon het dat Eise Eisinga het plan opvatte om een planetarium te maken in zijn huis, bij zijn eigen bedrijf aan een Franeker gracht. Eigenlijk een enorme klok. Daarmee wilde hij laten zien dat planeten in hun eigen banen om de zon draaien en dat die in werkelijkheid zo ver uit elkaar liggen, dat ze elkaar nooit zullen raken. Ook niet als ze op één lijn staan, zoals op 8 mei zou gebeuren.
Nachtelijke colleges
Hij dacht de klus in een aantal maanden te klaren. Maar het moment van de vermeende botsing was al lang voorbij toen het bouwwerk na zeven jaar af was. Het zal zijn vrouw, Pietje Jacobs, wel eens te gortig zijn geweest. Niet alleen zaten ze lang in de rommel, ook ’s nachts liet het hen niet met rust. Het prachtige planetarium siert het hele plafond van de woonkamer; het enorme raderwerk staat op zolder. Maar de slinger van het uurwerk kwam in de bedstee!
Het planetarium moet je gezien hebben. Dat vonden veel mensen toen ook al. De beroemd geworden Eisinga gaf zelfs lessen aan studenten van de Franeker universiteit. In zijn planetarium en ook buiten, op het bolwerk achter zijn huis. Tijdens zijn nachtelijke colleges zat hij op een houten kruk. Het verhaal wil dat studenten in een baldadige bui een eindje van de poten hadden gezaagd en dat Eisinga, toen hij ging zitten, de woorden sprak: “Blijkbaar is de hemel gestegen. Of anders is de aarde gedaald…”
Koning Willem I
Koning Willem I hoorde over het planetarium en reisde af naar Franeker. Hij vond het zo bijzonder dat hij het wilde kopen, en een gulden bood voor elke spijker. Dat waren er tienduizend! Een enorm bedrag in die tijd. Voorwaarde was dat Eise Eisinga mensen het planetarium liet zien en uitlegde hoe het werkte. Precies wat de wolkammer wilde. En het kan tot op de dag van vandaag.
De koning gaf het planetarium later namelijk aan de stad. Stap eens binnen in het museum dat het nu is. Stel je voor hoe het leven van Eise Eisinga als wolkammer was. Bekijk de expositie over boerenprofessoren. En zie hoe de planeten elk in hun eigen baan en met hun eigen snelheid rond de zon draaien. Het is knap vakwerk dat na meer dan twee eeuwen nog tot op de minuut klopt. Alleen in een schrikkeljaar moet het even handmatig worden bijgesteld.