De vissersramp

Het was een duistere nacht die ze in Paesens en Moddergat nooit meer zijn vergeten. In een heftige storm kwamen de meeste mannen uit de twee vissersdorpen om het leven.

Eb en vloed

De hoop van de vrouwen die waren achtergebleven was al steeds kleiner geworden. Hun mannen en zonen waren eigenlijk te vroeg in het voorjaar uitgevaren. Het was in feite nog winter. Maar die winter van 1883 had zo lang geduurd. De vissers uit de tweelingdorpen waren onrustig na al die tijd op de wal. De voorraden raakten op, het weer was prachtig en de weersvooruitzichten goed. Ze vonden het tijd om te gaan. De dorpen hebben geen haven. De gezamenlijke vloot ankerde op de Rede van Paesens, een eindje het wad op. Van daar vertrokken ze met hun houten blazers en aken, over de Waddenzee, richting beloftevolle viswateren boven het Duitse eiland Borkum. Dat was in de nacht van 4 op 5 maart. Net als anders hadden ze zich niet aan te passen aan de tijden van de klok, maar aan de getijden van de zee. 

De getijden ontstaan door de aantrekkingskracht van de zon en vooral van de maan. Het zeewater dat het dichtstbij is, trekt naar de maan toe, het water aan de andere kant van de aarde van de maan weg. Tussen deze twee vloedbergen wordt het zeewater laag. Terwijl de aarde om haar as draait, wordt het zo overal steeds in iets meer dan zes uren eb en in de volgende zes uren weer vloed. Om de Waddenzee over te varen, hielden de vissers daarom rekening met wisselende dieptes en droogvallende platen. En ook met de stroming in de geulen. Die kan tegen je, maar ook voor je werken.

Opgeslokt

Tweeëntwintig schepen met in 109 vissers voeren vol verwachting uit, en in de ochtend van 5 maart gooiden ze op de plek van bestemming hun netten uit. Totdat in de middag de lucht onverwacht gitzwart werd en er een storm opstak, compleet met regen en hagel. Het werd in de avond steeds heviger. De wind gierde en rukte en de golven werden torenhoog. 

De pogingen om naar huis te keren eindigden ‘s nachts met het opslokken van zeventien schepen door de ruige zwarte zee. De meesten op het Wad bij Schiermonnikoog. Drieëntachtig mannen kwamen om. Slechts één opvarende van de omgeslagen schepen overleefde wonderwel de ramp. De vrouwen van Paesens-Moddergat droegen de rest van hun leven zwarte kleding, in de rouw om hun echtgenoten, zonen, neven, ooms. Het monument dat je vindt op de zeedijk, herinnert aan de ramp die de bewoners maar amper te boven kwamen.

De dijk, het wad, het dorp

Vergeet toch niet te genieten van het uitzicht vanaf de dijk. Ruik de zee, voel de wind en zie de werking van eb en vloed. Maak een buitendijkse wandeling in de Paezemerlannen of met een gids over het wad. Bekijk het authentieke tweelingdorp. In Museum ’t Fiskerhüske krijg je zelfs een kijkje in een aantal van de huisjes en de levens van de vroegere vissers en hun gezinnen, én in de ramp. 

Vissers heeft het tweelingdorp nog steeds. Hun vloot vertrekt niet meer van de rede van Paesens, maar vanuit de haven van Lauwersoog. De nummers zijn hetzelfde als op de schepen van 1883.

Meer ontdekken? - De leukste locaties in de omgeving van Moddergat

Verder lezen? - Ontdek ook deze verhalen van Donkerte van de Wadden

Mis niets!

Ontvang het laatste nieuws, de mooiste verhalen en de leukste routes van VisitWadden.