Zilt is dé unieke smaak van de Wadden. Het verrijkt niet alleen culinaire gerechten, maar weerspiegelt ook de essentie van het gebied. Zilt smaakt niet puur zout, maar werkt als een natuurlijke smaakversterker. Neem bijvoorbeeld zilte aardappelen – ze smaken niet zout, maar juist romig en vol. Je kookt ze zelfs met een beetje zout of zeewier voor extra diepgang. Waar verzilting vroeger een probleem was, biedt het nu juist nieuwe smaakmogelijkheden.
Deze zilte route neemt je mee door het Waddengebied, van de Waddendijk, waar zeekool en lamsoor groeien, naar de slufter, waar je zeekraal en zeevenkel kunt ontdekken. Onderweg kun je bij diverse restaurants genieten van zilte gerechten en bij viswinkels zilte planten kopen.
De smaak van Zilt wordt omschreven als verfrissend en levendig en is goed te combineren met andere smaken zoals zoet, zuur en umami. Baanbrekende zilte landbouw is al een tijdje geleden begonnen en wordt steeds succesvoller. De combinatie van bodemdaling en zeespiegelstijging zorgt voor verzilting van onze bodem. In delen van het Waddengebied gebeurt dit al. Wereldwijd kan een miljard hectare landbouwgrond niet meer gebruikt worden door verzilting. Kennis wordt ingezet om in die gebieden te helpen bij de teelt van zilte aardappelen en wortelen.
Er zijn planten die daar kunnen overleven, die we halofyten noemen. Ze zijn tot op zekere hoogte zouttolerant en hebben een manier gevonden om te groeien, zoals: overtollig zout uitscheiden via zoute haren zoals in meldes, of via zoutklieren. Zeeaster laat het overtollige zout los in de bladeren en laat ze vervolgens afvallen. En zeekraal kan extra zoet water vasthouden in de vlezige kralen, waardoor de zoutconcentratie verdund kan worden.
Pionieren met zilte landbouw is in Nederland jaren geleden ingezet en wordt steeds succesvoller. Op Texel wordt het al jarenlang met succes gedaan. Onze kennis en kunde kan voor deze gebieden worden ingezet. Dat de natuur zich ook aanpast aan zilte gronden is van alle tijden. Ook de Nederlandse keuken heeft de zilte wilde kruiden en groenten ontdekt. Een heerlijkheid! Lamsoor, zeekraal en wier zijn al niet meer weg te denken. Ze zitten boordevol vitamines en mineralen. Door de zilte smaak zijn het prettige zoutvervangers en passen ze prima in een gezonde voedingsstijl. Er doen zich nog veel meer spannende zilte groenten voor zoals ijskruid, oesterblad en zeebanaantjes. Wildplukken is geen optie, dat zou de natuur op geen goed doen.
Zie ook het boek ZILT - 75 heerlijke recepten met zilte groenten, inclusief moestuin en teeltips.
In een Frans-Nederlands woordenboek lees je de betekenis van pré salé: Pré betekent weide en een pré salé is een weide, die overspoeld wordt door zout water. Zulke gebieden worden schorren of kwelders genoemd. Op die zoute weiden groeien zoutminnende planten en die planten worden gegeten door vee dat erop loopt. De zout minnende planten zijn anders van samenstelling en smaken anders dan de hoogproductieve grassen, die de veehouderij in de moderne weiden gebruikt. Het vlees van het vee dat op de pré salé graast heeft dan ook een andere smaak en werd en wordt in de Franse keuken zeer gewaardeerd. Mouton de pré salé (schapen die op de schorren weiden) en l’agneau de pré salé (lammeren van de schorren) brachten meer geld op op de Parijse markt. Met zout in de planten of in de dieren heeft het niets te maken. Planten en dieren scheiden het overtollige zout uit. Als het om het zout zou gaan kun je het vlees of het voer toch van zout voorzien! Pré salé als voor-gezouten vertalen heeft alleen te maken met slechte talenkennis en het te hooi en te gras gebruik ervan door de commercie is foutief.
Er zijn gebieden die door klimaatverandering verzilten en het vlees van de erop grazende dieren zou meer vitamine E bevatten. Het vlees blijft dan langer mooi van kleur en zou ook gezonder en smakelijker zijn.
De inspiratiekaart en foodroutes zijn gemaakt in het kader van programma ‘Waddengastronomie versterkt Werelderfgoedbeleving’. Het Waddenfonds maakt het programma mogelijk met een financiële bijdrage. De provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen co-financieren het project en ook projectpartners NHL Stenden, Stichting Waddengroep/ondernemers leveren een eigen bijdrage.